Gedachte voor zondag 12 februari 2023: Jezelf verloochenen en Gods Wil doen terwijl men Jezus wil volgen

Lezingen van de dag: Exodus 22, Psalmen 75-76 en het evangelie Markus 8

Markus 8

Tijdens zijn openbaar leven speelde Jezus het klaar hele mensenscharen achter zich te krijgen. Velen van hen kwamen om zijn wonderwerken te zien maar ook om hem te horen vertellen, want daarin leek hij wel een meester.

De lezing van vandaag vertelt ons dat die toehoorders wel eens vergaten eten en drinken mee te nemen, zodat ze boven op een berg daar dan uitgehongerd en met veel dorst naar Jezus opkeken. Jezus verzocht zijn leerlingen medelijden met al die mensen te hebben. Wij horen hier zelfs dat zij daar al drie dagen bij hem waren en niets meer te eten hadden. (Mr 8:2)

In de lezing van vandaag horen wij ho Jezus de menigte van voedsel voorzag hij hen naar huis stuurde. (Mr 8:3-9)

De tekst van vandaag laat ons ook weten hoe Jezus van de ene naar de ander plek ging en zo de boot nam naar het gebied van Dalmanoeta en weer vertrok naar de overkant om naar Betsaïda te stappen, waar hij een blinde bij de hand oplegde en liet zien. Jezus vertrok daarna met zijn leerlingen naar de dorpen van de streek Cesarea Filippi en vroeg onderweg aan zijn leerlingen:

“Wie ben Ik volgens de mensen?” (Mr 8:27)

Hierop lieten de apostelen weten hoe er over hun leermeester werd gesproken en velen zich afvroegen wie hij eigenlijk wel mocht zijn. Daarom antwoordden ze Jezus ook:

“Sommige mensen zeggen dat U Johannes de Doper bent. Anderen dat U de profeet Elia bent. Weer andere mensen zeggen dat U één van de profeten bent.” (Mr 8:28)

Duidelijk was men er nog niet uitgekomen wie die Nazireeër wel mocht zijn. Ook hadden zijn trouwe volgelingen dat onderwerp al eens aangekaart en mocht er onder hen ook nog onzekerheid bestaan hebben. Maar toen Jezus hen vroeg:

“En jullie? Wie ben Ik volgens jullie?” (Mr 8:29)

daarop antwoordde Petrus hem:

“U bent de Messias.”

Mattheüs geeft aan dat Simon Petrus antwoordde en zei

“… Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.” (Mt 16:16 VoorhNT4)

Johannes tekent zelfs op dat Petrus zich afvroeg

“68 … Heer, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven. 69 En wij hebben geloofd en erkend dat gij zijt de Heilige van God.” (Joh 6:68-69 VoorhNT4)

In ieder geval waren de apostelen bewust geworden van de speciale positie die hun leermeester innam. Vreemd genoeg verbood Jezus hun streng om dit tegen andere mensen te zeggen. Jezus begon hen daar dan uit te leggen dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden. Dat hij niet geloofd zou worden door de leiders van het volk, de leiders van de priesters en de wetgeleerden. Ook vandaag kunnen wij nog vaststellen dat heel wat mensen niet wil geloven dat Jezus een mensenkind was die gezonden was door God en als profeet Jehovah God verder kenbaar maakte.

Vreemd genoeg zijn er vandaag nog altijd mensen die beweren dat Jezus God zou zijn. Die mensen vergeten dan wel dat God een eeuwige onveranderlijke Geest is die geen enkel men kan zien. Jezus daarentegen was door velen gezien en had wel vlees en bloed en kon sterven, terwijl God dat niet kan. Verder gaf Jezus na zijn verrijzenis ook te kennen dat hij geen geest was zoals zijn Vader in de hemel geest is en geen vlees en beenderen heeft (Lu 24:39; Joh 4:24).

“Ziet mijn handen en mijn voeten, dat ik het zelf ben; betast mij en ziet, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals gij ziet, dat ik heb.” (Lu 24:39 VoorhNT4)

“God is een geest, en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.” (Joh 4:24 VoorhNT4)

God kan ook niet sterven, maar Jezus die spoedig zijn dood tegemoet moest zien, vertelde hen, die hem als hun verlosser of Kristos aanschouwden, dat zij moesten weten dat hij zelfs zou worden gedood, maar ook dat hij op de derde dag uit de dood zou opstaan. (Mr 8:31)

“En hij begon hun te leren dat de Zoon des mensen veel moest lijden en verworpen worden door de oudsten en de overpriesters en de schriftgeleerden, en gedood worden en na drie dagen opstaan.” (Mr 8:31 VoorhNT4)

Jezus vertelde hun dat allemaal, zonder iets voor hen te verbergen. Aan Petrus die hij apart genomen had, maakte hij duidelijk dat die eerder wenste te doen wat de mensen wilden, terwijl het er op aan komt Gods Wil te doen. Zo weten wij ook dat Jezus altijd getracht heeft om de Wil van God te doen. Zelfs in de hoogste nood riep Jezus:

“Vader, mocht het uw wil zijn deze drinkbeker van mij weg te nemen, doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede.” (Lu 22:42 VoorhNT4)

Tijdens een van zijn vele predikingstochten riep Jezus de grote groep mensen en zijn leerlingen bij zich. Hij zei tegen hen:

“Als je bij mij wil horen, moet je stoppen met voor jezelf te leven. Je moet het kruis opnemen en Mij volgen.”

Jezus ging zelfs zo ver de mensen te waarschuwen dat zij als zij hun leven voor zichzelf wilden behouden, daardoor hun leven zouden verliezen.

“34 En nadat hij de schare met zijn discipelen tot zich geroepen had, zei hij tot hen: Als iemand achter mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge mij. 35 Want een ieder die zijn leven 1 zal willen behouden, zal het verliezen, 2 maar een ieder die zijn eigen leven zal verliezen’ ter wille van mij en terwille van het evangelie, zal het behouden.” (Mr 8:34-35 VoorhNT4)

“En hij zei tot allen: Als iemand achter mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme dagelijks zijn kruis op en volge mij.” (Lu 9:23 VoorhNT4)

“En Jezus, hem aanziende, had hem lief en zei tot hem: Eén ding ontbreekt u; ga heen, verkoop alles wat gij hebt en geef het aan de armen, en gij zult een schat hebben in de hemel, en kom, neem het kruis op en volg mij.” (Mr 10:21 VoorhNT4)

Dat kruis dat moest opgenomen worden was de martelpaal die ook Jezus zou toekomen. Hij ging de mensen voor zodat zij ook zijn voorbeeld konden volgen.

“en wie zijn kruis niet opneemt en mij navolgt, is mij niet waardig.” (Mt 10:38 VoorhNT4)

“En wie zijn kruis niet draagt en mij navolgt, die kan mijn discipel niet zijn.” (Lu 14:27 VoorhNT4)

De apostelen beseften maar al te goed wat hen te doen stond en wat zij ook van anderen mochten verwachten, die zich bij hen wensten aan te sluiten. Paulus schreef

“Doch van mij zij het verre te roemen dan alleen in het kruis van onze Heer Jezus Christus, door wie 2 voor mij de wereld gekruisigd is, en ik voor de wereld.” (Ga 6:14 VoorhNT4)

“Ik ben met Christus gekruisigd en ik leef niet meer, 1 maar Christus leeft in mij; en wat nu mijn leven in het vlees betreft, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf voor mij heeft overgegeven.” (Ga 2:20 VoorhNT4)

“Maar zij die van Christus zijn, hebben het vlees gekruisigd met de hartstochten en begeerten.” (Ga 5:24 VoorhNT4)

Wij moeten de kracht van Jezus zijn opstanding kennen en daarbij gemeenschap aan zijn lijden verkrijgen, eigenlijk blij wordend dat Jezus zich voor ons heeft willen overgeven en zich aan zijn hemelse Vader heeft aangeboden als een losprijs, een zoenoffer voor onze tekortkomingen en zonden.

“Thans 6 verblijd ik mij in het lijden voor u en vul in mijn vlees aan wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus voor zijn lichaam, dat is de gemeente.” (Col 1:24 VoorhNT4)

Maar ons bewust zijnde van Jezus’ offer moeten wij dan ook afstand nemen van onze vroegere gewoonten.

“Doodt dan uw leden die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerten en de hebzucht, die afgodendienst is,” (Col 3:5 VoorhNT4)

Jezus laat diegenen die hem willen volgen namelijk weten dat als we bereid zijn ons leven op te geven voor hem en voor het goede nieuws, dat wij aldus ons leven zullen redden. (Mr 8:35)

Het ongedaan maken van uw vroegere gebruiken en u zelf terzijde plaatsen zullen tekenen van bereidheid moeten zijn om Christus Jezus te volgen. Dat zal meer dan eens vereisen dat men zichzelf bedenkt van wat te doen en tegen zichzelf ook durft te zeggen “neen”.
Het ‘nee’ tegen zichzelf zeggen zal als wij Jezus leerstellingen voorop stellen en aangeven dat wij deze willen blijven volgen zal naar Jezus en zijn hemelse vader een teken zijn hoe ook wij Gods Wil willen volgen en er aan voldoen.

Zoals Jezus zijn eigen ego verwierp moeten wij ook bereid zijn ons eigen ego te verwerpen. Een ego dat anderzijds het recht claimt om de eigen weg te gaan. Wij als medemens van Jezus Christus kunnen zien hoe hij daar wonderwel in geslaagd is om de wil van zijn God te volgen. Zijn voorbeeld volgend moeten wij dat ook proberen te doen. Ook wij moeten zoals Jezus aan zijn hemelse Vader durven komen te zeggen;

‘Niet wat ik wil, maar wat u wilt’;

Wij in de westerse wereld leven in een samenleving die ons leert dat we onze eigen bestemming beheersen en dat wij gerust zo maar onze eigen wil moeten kunnen uitoefenen. Het wordt ons aagngeleerd dat vrijheid is, zo maar alles te kunnen doen wat wij willen. Hierbij vergeet men dat vrijdheid eigenlijk de vrijheid van de ander respecteren is. Vrij zijn houdt ook in anderen vrij te laten, maar dat kan dan weer beperkingen inhouden. God laat ons zo ook vrij om eigen keuzes te maken. Maar wij moeten beseffen dat onze keuzes bepalend zullen zijn voor het verder verloop van ons leven. Wi hebben de vrije keuze om voor God te kiezen en onder het leiderschap van Christus Jezus te komen. De beslissing ligt in onze eigen handen. Wijzelf hebben onze eigen verantwoordelijkheid te nemen. Niemand anders kan dat voor ons doen. Want als wij voor Christus en zijn God gaan houdt dat ook bepaalde verpichtingen in.

Wij zelf moeten gebeten zijn door het vuur van geloof in Christus, en daarbij anderen ook over hem vertellen. Aan mensen rondom ons moeten wij ook dat Goede Nieuws van het komende Koninkrijk verkondigen. Samen met andere medegelovigen moeten wij aangemoedigd worden niet om te streven naar het beste dat deze wereld te bieden heeft, maar nar het beste wat God te bieden heeft.

Wij moeten onself en anderen de vraag durven stellen, zoals Jezus zijn omstaanders vroeg

Wat heb je eraan als je alles hebt wat je hebben wil, maar het kost je je leven?
En wat kun je geven in ruil voor je leven?

Laat ons herinneren

“Wie zijn leven vindt, zal het verliezen; en wie zijn leven verloren heeft ter wille van mij, zal het vinden.” (Mt 10:39 VoorhNT4)

“Een ieder die zijn leven zal trachten te behouden, zal het verliezen; en een ieder die het zal verliezen, zal het behouden. 1” (Lu 17:33 VoorhNT4)

“Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen; en wie zijn leven haat in deze wereld, zal het bewaren tot [het] eeuwige leven.” (Joh 12:25 VoorhNT4)

Vele mensen schamen zich vandaag voor Christus en zijn God. Wij als gelovigen in hem en in de toekomst die God voor ons heeft weggelegd moeten ons helemaal niet schamen en geen vrees hebben.

“37 Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn ziel? 1 38 Want een ieder die zich voor mij en mijn woorden zal geschaamd hebben onder dit overspelig en zondig geslacht, voor hem zal ook de Zoon des mensen zich schamen, wanneer hij zal komen in de heerlijkheid van zijn Vader. met de heilige engelen.” (Mr 8:37-38 VoorhNT4)

Dat de Mensenzoon zich niet voor jou hoeft te schamen op de dag dat hij samen met de heilige engelen terugkomt met de hemelse macht en majesteit van zijn Vader.

English version: Denying yourself and doing God’s Will while following Jesus

Version français: Renier soi-même et faire la Volonté de Dieu tout en suivant Jésus

Voorgaande

Ongelovige Thomassen, Jezus en zijn God

Christus in Profetie #9 De psalmen (3) Van wie er in de Boekrol geschreven staat

Jezus vertrouwend op zijn God

Lam van God #1 Sprekers voor God

Lam van God #2 Tegenover onschuldig dier een onschuldig man #1

Wanneer men geloof gevonden heeft door de studie van de Bijbel moet men werken van geloof verwezenlijken