De Dag is nabij #8 Overzicht

10-11 Maart 2012 mag als een fijn studieweekeinde beschouwt worden waar de dagen in Nederland en België elkaar mooi aanvulden, vooral met de afsluiting met de hoofdstukken uit Daniël. Wel kwam duidelijk tot uiting dat wij meerdere studiedagen over de eindtijden konden gebruiken alleen al met het bekijken van de profetieën in Daniel en Jesaja over de vooruitzichten die wij mogen verwachten.

Zaterdag vatte aan met de kijk op wat de gebruikelijke reactie is op het reageren van verschillende groepen wanneer verscheidene verschijnselen samen vallen. Ook kan men er niet naast zien dat bepaalde beschrijvingen ook op meerdere dingen kunnen geplaatst worden. Ook zijn er in het verleden vele waarschuwingen geweest die de mensen al of niet konden opvolgen. Maar zoals Rudolf Rijkeboer en Mark Hale ook aantoonden zouden deze gebeurtenissen uit het verleden voldoende lessen moeten zijn voor de volgende generaties na die feiten. Ook wij horen uit die lessen van het verleden te leren zodat wij geen schrik hoeven te hebben voor wat zal komen. ((2° Studie, door Mark Hale)

In de 1° studie ging Rudolf Rijkeboer in op de vraag hoe wij kunnen weten of de wederkomst voor de deur staat. Ook kwam hij met enkele hypotheses aandraven. Stel dat het de laatste dagen zouden zijn, waar staan wij dan en welke actie kunnen wij dan ondernemen?

Indien wij nu allemaal tekenen zouden zien welke duiden op het einde der Tijden, moeten wij dan ook niet beseffen dat het slechts weeën kunnen zijn?

Rembrandt Jeremiah lamenting
Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem – 1630 Rembrandt
“En gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen; ziet toe, wordt niet verschrikt; want al [die] dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet. Want het [ene] volk zal tegen het [andere] volk opstaan, en het [ene] koninkrijk tegen het [andere] koninkrijk; en er zullen zijn hongersnoden, en pestilentien, en aardbevingen in verscheidene plaatsen. Doch al die dingen [zijn] [maar] een beginsel der smarten.” (Mattheüs 24:6-8 STV)
“En leert van den vijgeboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak nu teder wordt, en de bladeren uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is. Alzo ook gijlieden, wanneer gij al deze dingen zult zien, zo weet, dat [het] nabij is, voor de deur.” (Mattheüs 24:32-33 STV)
“Want Ik zal alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen geschonden worden; en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis; maar het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden. En de HEERE zal uittrekken, en Hij zal strijden tegen die heidenen, gelijk ten dage als Hij gestreden heeft, ten dage des strijds. En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeen gespleten worden naar het oosten, en naar het westen, [zodat] er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene helft des bergs zal wijken naar het noorden, en de helft deszelven naar het zuiden.” (Zacharia 14:2-4 STV)

De Heilige Schrift meldt ons dat alle volkeren samen zullen optrekken tegen Jeruzalem. Die strijd tegen Jeruzalem en de Israëlieten kunnen wij ook vandaag zien. Sommige westerlingen willen hier dan ook tegen reageren. Maar daar bij kan men de vraag stellen of wij, als wij dit doen als Christenen, niet ingaan tegen het verloop van Gods Plan?

Rijkeboer vergeleek het met een Routekaart van de Wederkomst of een spoorboekje, waarbij men moest zoeken naar de juiste trein en juiste richting, maar ook de beste connectie in die dienstregeling. Hoe past het aan elkaar? wij zien wel dat Spoorboekje naar de Eindtijd, maar kan iedereen wel de fragmenten in de Bijbelboeken mooi in elkaar passen?

Hierbij moeten wij opletten dat wij ons niet laten misleiden en de nodige aanwijzingen goed opvolgen.

De Bijbel is doorspekt met richtgevingen en nodige aanwijzingen. In de historische schetsen die Rijkeboer en Mark Hale gaven kon men duidelijk zien hoe God Zijn Volk geleid heeft maar ook hoe naar de mensheid toe een duidelijk reisplan is voorgelegd geworden. Naargelang men lessen zal trekken uit dat verleden zal men schrik of troost kunnen vinden volgens Hale.

John Martin - Sodom and Gomorrah
De vernietiging van Sodom en Gomorra – 1852 John Martin (1789–1854)
Hoe men het draait of keert kan men niet om de dagen van Noach, de Vloed, Sodom en Gomorra heen en moet men kijken wat er met Mesopotanië en Egypte gebeurde. Eveneens moet men de ondergang van Jeruzalem in 70 Gt in ogenschouw nemen, waarbij men een herhaling zag van de eerdere ondergang van de Babylonische Ballingschap. (Jeremia)

Een opvallend terugkomend gegeven is hoe de volkeren, zelfs Israël, in die geschiedenis van verwoestingen minachting voor God had op die ogenblikken dat men vervullingen kreeg van wat voorheen profeten, boodschappers van God, hadden aangekondigd.

“En wie overgebleven was van het zwaard, voerde hij weg naar Babel, en zij werden hem en zijn zonen tot knechten, tot het regeren des koninkrijks van Perzie; Opdat het woord des HEEREN vervuld wierd, door den mond van Jeremia, totdat het land aan zijn sabbatten een welgevallen had; het rustte al de dagen der verwoesting, totdat de zeventig jaren vervuld waren.” (2 Kronieken 36:20-21 STV)

Mark Hale wees er op dat wij telkens een politiek verhaal zien dat passend was in het Plan van God, en steeds aansluitend was bij wat God voorspeld heeft.

“Hoort dit woord, dat de HEERE tegen ulieden spreekt, gij kinderen van Israel! namelijk tegen het ganse geslacht, dat Ik uit Egypteland heb opgevoerd, zeggende: Uit alle geslachten des aardbodems heb Ik ulieden alleen gekend; daarom zal Ik al uw ongerechtigheden over ulieden bezoeken. Zullen twee te zamen wandelen, tenzij dat zij bijeengekomen zijn? Zal een leeuw brullen in het woud, als hij geen roof heeft? Zal een jonge leeuw uit zijn hol zijn stem verheffen, tenzij dat hij [wat] gevangen hebbe? Zal een vogel in den strik op de aarde vallen, als er geen strik voor hem is? Zal men den strik van den aardbodem opnemen, als men ganselijk niet heeft gevangen? Zal de bazuin in de stad geblazen worden, dat het volk niet siddere? zal er een kwaad in de stad zijn, dat de HEERE niet doet? Gewisselijk, de Heere HEERE zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard hebbe.” (Amos 3:1-7 STV)

Steeds kunnen wij zien dat God niets doet zonder zijn Plan te onthullen. God waarschuwt gelovigen terwijl de ongelovigen zich laten verrassen ondanks Gods geduld. toch konden gelovigen ook niet onder gebeurtenissen onderuit. Allen werden getroffen. Iedereen moest alles ondergaan als les zonder te verdienen.

“Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen: Omdat gij Mijn woorden niet hebt gehoord; Ziet, Ik zal zenden, en nemen alle geslachten van het noorden, spreekt de HEERE; en tot Nebukadnezar, den koning van Babel, Mijn knecht; en zal ze brengen over dit land, en over de inwoners van hetzelve, en over al deze volken rondom; en Ik zal ze verbannen, en zal ze stellen tot een ontzetting, en tot een aanfluiting, en tot eeuwige woestheden.” (Jeremia 25:8-9 STV)

Toch kunnen wij, volgens Mark Hale, een hoop koesteren in het vertrouwen. Ofwel kunnen wij schrik hebben ofwel troost. Maar zoals wij bij Rachab kunnen zien en bij de vloed en Sodom en Gomorra, is er steeds een redding uit de ongelovige wereld geboden. Maar hiervoor heeft God steeds een daad van geloof gevraagd. Ook al hield die daad van geloof in alles achter te laten en te vluchten zonder dat het duidelijk was wat er zou gaan gebeuren. Dat zien wij bij de opdracht tot het bouwen van de Ark en bij de redding uit Jericho van Rachab.

“En gelijk het geschied is in de dagen van Noach, alzo zal het ook zijn in de dagen van den Zoon des mensen. Zij aten, zij dronken, zij namen ten huwelijk, zij werden ten huwelijk gegeven, tot den dag, op welken Noach in de ark ging, en de zondvloed kwam, en verdierf ze allen.” (Lukas 17:26-27 STV)
“Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien werden, [en] bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke [ark] hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is.” (Hebreeën 11:7 STV)
“Die eertijds ongehoorzaam waren, wanneer de lankmoedigheid Gods eenmaal verwachtte, in de dagen van Noach, als de ark toebereid werd; waarin weinige (dat is acht) zielen behouden werden door het water.” (1 Petrus 3:20 STV)
“En de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach, den prediker der gerechtigheid, zijn achttal bewaard heeft, als Hij den zondvloed over de wereld der goddelozen heeft gebracht;” (2 Petrus 2:5 STV)

“En zij sprak tot die mannen: Ik weet, dat de HEERE u dit land gegeven heeft, en dat ulieder verschrikking op ons gevallen is, en dat al de inwoners dezes lands voor ulieder aangezicht gesmolten zijn.” (Jozua 2:9 STV)
“Door het geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen, als zij de verspieders met vrede had ontvangen.” (Hebreeën 11:31 STV)

In het weekend werden ook drie voorbeelden van geloof en vertrouwen naar voor gebracht en hun handelingen onder de loep genomen.

“Mensenkind, als een land tegen Mij gezondigd zal hebben, zwaarlijk overtredende, zo zal Ik Mijn hand daartegen uitstrekken, en zal hetzelve den staf des broods breken, en een honger daarin zenden, dat Ik daaruit mensen en beesten uitroeie; Ofschoon deze drie mannen, Noach, Daniel en Job, in het midden deszelven waren, zij zouden door hun gerechtigheid [alleen] hun ziel bevrijden, spreekt de Heere HEERE. Zo Ik het boos gedierte make door het land door te gaan, hetwelk dat van kinderen berove, zodat het woest worde, dat er niemand doorga, vanwege het gedierte; Die drie mannen in het midden deszelven zijnde, zo [waarachtig] [als] Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo zij zonen, en zo zij dochteren bevrijden zouden, zij zelven alleen zouden bevrijd worden, maar het land zou woest worden. Of [als] Ik het zwaard brenge over datzelve land, en zegge: Zwaard! ga door, door dat land, zodat Ik daarvan uitroeie mensen en beesten; Ofschoon die drie mannen in het midden deszelven waren, zo [waarachtig] [als] Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zij zouden zonen noch dochteren bevrijden, maar zij zelven alleen zouden bevrijd worden. Of [als] Ik de pestilentie in datzelve land zende, en Mijn grimmigheid daarover met bloed uitgiete, om daarvan mensen en beesten uit te roeien; Ofschoon Noach, Daniel en Job in het midden deszelven waren, [zo] [waarachtig] [als] Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo zij een zoon, [of] zo zij een dochter zouden bevrijden, zij zouden [alleen] hun ziel door hun gerechtigheid bevrijden. Want alzo zegt de Heere HEERE: Hoeveel te meer als Ik mijn vier boze gerichten, het zwaard, en den honger, en het boze gedierte, en de pestilentie gezonden zal hebben tegen Jeruzalem, om daaruit mensen en beesten uit te roeien! Doch ziet, daarin zullen ontkomenen overblijven, die uitgevoerd zullen worden, zonen en dochteren; ziet, zij zullen tot ulieden uitkomen, en gij zult hun weg zien, en hun handelingen; en gij zult vertroost worden over het kwaad, dat Ik over Jeruzalem gebracht zal hebben, [ja], al wat Ik zal gebracht hebben over haar. Zo zullen zij u vertroosten, als gij hun weg en hun handelingen zien zult; en gij zult weten, dat Ik niet zonder oorzaak gedaan heb, al wat Ik in haar gedaan heb, spreekt de Heere HEERE.” (Ezechiël 14:13-23 STV)

Bij hen konden wij zien dat mensen konden ontkomen en dat er een verzoenen en begrijpen was, maar steeds niet zonder reden.

Rudolf Rijkeboer sprak in de 3° studie over de lessen die wij uit het verleden kunnen trekken.

Uit de geschiedenis en de opgetekende gebeurtenissen uit de Bijbel kunnen wij opmaken dat de mens zelf een oordeel over zijn eigen handelen brengt. Maar dat de wereldheersers hun eigen agenda toch precies past in Gods Plan. God leidt de geschiedenis door het handelen van mensen (gelovigen en niet-gelovigen). Wel valt daarbij op dat de gelovige Gods Hand ziet in het van te voren voorzegde, waaruit kennis volgt. De gelovige herkent de hand van God en kan daarin vertrouwen vinden terwijl de ongelovige die hand van God niet ziet. De ongelovige blijft dan ook zitten met een enorme onzekerheid en wordt meestal door angst bevallen.

Rudolf Rijkeboer gaf in de 3° studie een zeer mooie Les uit het verleden, waarbij hij van af de 2° eeuw voor de gewone tijdrekening keek naar Alexander de Grote die Juda aanviel onder het bestuur van de Seleuciden en zo tot Antiochus IV of Epifanes kwam, over wie ook in de zondag studie (in België) werd gesproken toen de tijdsbepalingen van Daniël onder de loep werden genomen.

Met Epifanes die de Joden een vreemd element in zijn rijk beschouwde werd de Joodse godsdienst getracht te vervangen door de Griekse dat tot gevolg de opstand van de Joden had. (Opstand van de Makkabeeën)

In 165 vGT kon Judea zich vrij en onafhankelijk krijgen en tot een herinwijding van de tempel komen.

“Want er zullen schepen van Chittim tegen hem komen, daarom zal hij met smart bevangen worden, en hij zal wederkeren, en gram worden tegen het heilig verbond, en hij zal het doen; want wederkerende zal hij acht geven op de verlaters des heiligen verbonds. En er zullen armen uit hem ontstaan, en zij zullen het heiligdom ontheiligen, [en] de sterkte, en zij zullen het gedurige [offer] wegnemen, en een verwoestenden gruwel stellen. En die goddelooslijk handelen tegen het verbond, zal hij doen huichelen door vleierijen; maar het volk, die hun God kennen, zullen zij grijpen, en zullen het doen.” (Daniël 11:30-32 STV)

Toen had men een gruwel die verwoesting bracht en een krachtig verzet.

100 jaar later moest het volk echter terug een inlijving onder het Romeinse Rijk ondergaan (65vGT) waarbij een toenemende druk op de Joden komt om te integreren in de Griekse cultuur. Nadat Caligula en Nero zich al lieten vereren als goden kwam in 66 de eerste opstand waarbij in 70 de afrekening kwam: een oordeel maar geen bevrijding.

Ook al had Jezus de religieuze leiders aangekondigd dat er onschuldig bloed zou vloeien op deze generatie en dat de maat vol was en dat de tempel opnieuw een rovershol zou zijn. Hij duidde er al op dat niet de aanwezigheid van de tempel belangrijk was maar dat eerder het gedrag bijzonder was. God geeft keuze tussen leven en dood en verwacht van de mens dat deze de juiste keuze maakt tussen de normen en waarden die nodig zijn om werkelijk te overleven.

“Gij [dan] ook, vervult de mate uwer vaderen! Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden? Daarom ziet, Ik zende tot u profeten, en wijzen, en schriftgeleerden, en uit dezelve zult gij [sommigen] doden en kruisigen, en [sommigen] uit dezelve zult gij geselen in uw synagogen, en zult hen vervolgen van stad tot stad; Opdat op u kome al het rechtvaardige bloed, dat vergoten is op de aarde, van het bloed des rechtvaardigen Abels af, tot op het bloed van Zacharia, den zoon van Barachia, welken gij gedood hebt tussen den tempel en het altaar. Voorwaar zeg Ik u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht.” (Mattheüs 23:32-36 STV)
“En zeide tot hem: Vriend! hoe zijt gij hier ingekomen, geen bruiloftskleed [aan] hebbende? En hij verstomde. Toen zeide de koning tot de dienaars: Bindt zijn handen en voeten, neemt hem weg, en werpt [hem] uit in de buitenste duisternis; daar zal zijn wening en knersing der tanden.” (Mattheüs 22:12-13 STV)
“En wij bidden u, broeders, door de toekomst van onzen Heere Jezus Christus, en onze toevergadering tot Hem, Dat gij niet haastelijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons [geschreven], alsof de dag van Christus aanstaande ware. Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want [die] [komt] [niet], tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs;” (2 Thessalonicen 2:1-3 STV)
“En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ziet toe, dat u niemand verleide.” (Mattheüs 24:4 STV)
“En vele valse profeten zullen opstaan, en zullen er velen verleiden.” (Mattheüs 24:11 STV)

Er werd ons geschetst van hoe wij zouden kunnen reageren en welke keuzes  wij zouden kunnen maken met de daaraan verbonden risico’s.

Er werd gekeken naar diegenen die geduldig wachtten en niets bemerkten, diegenen die de waarschuwing niet serieus namen en de verwarring met Gods geduld en Gods tolerantie. Ook werd er aangetoond hoe in vele gevallen in het verleden de mensen te veel bezig waren met politieke zaken, één van de tekenen der tijden.

In de 4° studie keek Mark Hale naar 2 aspecten: het oordeel vergeleken met de vloed en het oordeel als een schifting tussen waakzamen en diegenen met valse verwachtingen. (Mattheus 24)

“Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen.” (2 Petrus 3:7 NBG51)
“En er zullen tekenen zijn aan zon en maan en sterren, en op de aarde radeloze angst onder de volken vanwege het bulderen van zee en branding, terwijl de mensen bezwijmen van vrees en angst voor de dingen, die over de wereld komen. Want de machten der hemelen zullen wankelen.” (Lukas 21:25-26 NBG51)
“Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat wij in de weg der volharding en van de vertroosting der Schriften de hoop zouden vasthouden.” (Romeinen 15:4 NBG51)
“Ziet dan toe, dat gij Hem, die spreekt, niet afwijst. Want als genen niet ontkomen zijn, toen zij Hem afwezen, die zijn godsspraak op aarde deed horen, hoeveel te minder wij, als wij ons afwenden van Hem, die uit de hemelen [spreekt].” (Hebreeën 12:25 NBG51)
“De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts!” (Romeinen 13:12 NBG51)

Statues Seoul War Memorial 1
Kan de mens oorlog ontvluchten? Soldaten en vluchtelingen in verschillende oorlogstijd activiteiten – vechtend, leidend, vluchtend en huilend – Oorlogsmonument, Seoul
Zo kunnen wij gewaarschuwd zijn niet spoedig onze zinnen te verliezen en onze aandacht bij het juiste te houden. Steeds zal men in de wereld een soort mensen vinden die wetteloos zijn, verleiders en goddelozen. Maar deze zullen eveneens een wetsverwachting of een bepaald lot moeten ondergaan.
Door hun handelen zullen zij tonen aan welke kant zij staan. Elke mens zal zijn eigen keuzes moeten maken en daar zelf verantwoording voor moeten afleggen.

In Gods Woord kunnen de mensen een leidraad voor hun leven vinden en een idee vormen van wat er hun te wachten zal staan. Op Gods Woord zal men eigen keuzes kunnen maken.

Men zal moeten kunnen zien wat het Babylon is, of de Moderne Wereld. Het daar uit weg gaan is ongelijk aan het daaruit weggenomen worden.

De gelovigen die Gods Wil ter harte willen nemen zullen moeten vertrouwen op het behouden blijven. God heeft voor de gelovigen redding voorzien. De gelovige zal het daarom nog niet gemakkelijk krijgen, maar hij zal in ieder geval behouden blijven.

“Nog was tot Jeremia het woord des HEREN gekomen, terwijl hij in de gevangenhof opgesloten was: Ga heen en zeg tot Ebed-melek, de Ethiopier: Zo zegt de HERE der heerscharen, de God van Israel: Zie, Ik doe mijn woorden over deze stad in vervulling gaan ten kwade en niet ten goede, en zij zullen voor uw ogen geschieden te dien dage. Maar Ik zal u te dien dage redden, luidt het woord des HEREN, en gij zult niet overgegeven worden in de macht der mannen, voor wie gij met schrik bevangen zijt; want Ik zal u voorzeker doen ontkomen en gij zult door het zwaard niet vallen, maar uw leven zal u ten buit zijn, omdat gij op Mij vertrouwd hebt, luidt het woord des HEREN.” (Jeremia 39:15-18 NBG51)
“en zij zeiden tot de profeet Jeremia: Laat toch onze smeking bij u gehoor vinden en bid voor ons tot de HERE, uw God, voor dit gehele overblijfsel, want wij zijn als weinigen uit velen overgebleven, gelijk uw ogen ons aanschouwen; {} dat de HERE, uw God, ons te kennen geve, welke weg wij moeten gaan en wat wij moeten doen. {} En de profeet Jeremia zeide tot hen: Ik geef u gehoor; zie, ik zal tot de HERE, uw God, bidden gelijk gij gesproken hebt, en dan zal ik alle woord dat de HERE u antwoorden zal, u mededelen, ik zal u geen enkel woord verzwijgen. Toen zeiden zij tot Jeremia: De HERE zij ons een waarachtig en geloofwaardig getuige, dat wij overeenkomstig alle woord waarmede de HERE, uw God, u tot ons zenden zal, doen zullen. {} {}” (Jeremia 42:2-5 NBG51)

Indien wij bepaalde Tekenen zullen kunnen waarnemen zullen wij daar passend op moeten reageren. Wij zullen het moeten weten dat er tekenen zijn. Maar wij zullen er ook mee moeten kunnen leven dat wij niet de juiste of exacte datum weten. Wanneer het zal gebeuren is eigenlijk niet onze zaak, volgens Mark Hale. Alleen God weet dat. Zelf zijn zoon wist dit niet.

“Zo moet ook gij, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het Koninkrijk Gods nabij is.” (Lukas 21:31 NBG51)
“Zij dan, die daar bijeengekomen waren, vroegen Hem en zeiden: Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israel? Hij zeide tot hen: Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft,” (Handelingen 1:6-7 NBG51)
“De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan. Maar van die dag of van die ure weet niemand, ook de engelen in de hemel niet, ook de Zoon niet, alleen de Vader.” (Markus 13:31-32 NBG51)

Als Jezus het al niet wist waarom zouden wij denken het beter te weten?

Maar wij moeten Kijken naar de tekenen. In de studie van de zondag werd ook gesproken over de omslachtigheid van de beeldspraken in Daniël, en hoe hier een aparte studie aan moet gewijd worden. Maar wij moeten toch ook het grote beeld met de voeten van Nebukadnezar naar voor halen, waar wij een duidelijk beeld zien van Europa, een sterk maar toch ook broos rijk, met een economisch blok, electorale bewegingen en overwegingen. Zwakke en sterke landen tot één verbonden of tot elkaar veroordeeld.

Het is actueel dat alle volkeren nu optrekken tegen Israël, waarbij het handelen van Israël door velen sterk wordt veroordeeld. Vaak willen Christenen een tegengeluid laten horen, maar Mark Hale vraagt zich daarbij af of die Christenen hierdoor niet ingaan tegen Gods Plan. Hoewel goed bedoeld, vertragen zij daarmee de vervulling van de profetie.

De tekenen zijn gegeven om te herkennen waardoor gelovigen ook zullen weten wanneer het zo ver is. De verwachting is dat het echt spannend wordt en dat wij dan omhoog zullen moeten kijken want dat de verlossing dan nabij zal zijn.

“Thans reeds zeg Ik het u, eer het geschiedt, opdat gij, wanneer het geschiedt, gelooft, dat Ik het ben.” (Johannes 13:19 NBG51)
“Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, maar gij ziet Mij, want Ik leef en gij zult leven.” (Johannes 14:19 NBG51)
“Zo moet ook gij, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het Koninkrijk Gods nabij is.” (Lukas 21:31 NBG51)

Door de herkenning van de tekenen zullen wij kracht en vreugde er uit kunnen halen. Dan komt het er op aan: hoe is het werkelijk gesteld met ons geloof?

++

Voorgaand kon u vinden:

De Dag is nabij #1 Voortdurende moeilijkheden

De Dag is nabij #2 Bruikbare informatie

De Dag is nabij #3 Niet laten verrassen

De Dag is nabij #4 Begrijpen

De Dag is nabij #5 Terugkijken naar verleden

De Dag is nabij #6 Uitzien

De Dag is nabij #7 Thema van de dag

++

In het Engels kan u aanvullend vinden / Please do find about this subject of the End Times and this study weekend the following articles:

The dark side of our earthly existence

and The day is near studyweekend

+++

29 thoughts on “De Dag is nabij #8 Overzicht

Geef een reactie - Give a reaction

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.