Apathie voor het geloof en Vorm van Eredienst

Indien normen en waarden vervagen geraakt het hele denken van de geciviliseerde mens ondermijnd.

Door de normvervaging ziet men steeds minder verschillen tussen het christendom en de van God vervreemde wereld. De trend in vele gemeenschappen om meer en meer in te spelen op de entertainmentwaarden en op het verlangen van de burgers geeft dat men ook in veel gemeenschappen eerst wel een groei van “vernieuwing” ziet maar eens dat het nieuwe er af is dat men ook terug een vermindering van leden merkt, plus het verlies van de oudere leden die hebben afgehaakt wegens de vernieuwde trends.

Door het zoeken naar aantrekkingspolen en hete hangijzers lopen de kerkleiders kans om hun christelijke identificatie te verliezen. Opvallend is dat wij algemeen reeds naar een soort eenheidsworst op weg zijn.

Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk, Brussel
Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk, Brussel - Image by Erf-goed.be via Flickr

Natuurlijk kan het geen kwaad moesten wij naar een eenvormige Kerk van Christus en een unitaire Kerk van God gaan. Maar daar lijkt de normvervaging niet naar toe te gaan. De oecumenizering blijkt ook daar geen soelaas te brengen, want wij moeten maar eens beter kijken welke algemeenheden men als eensdenkend wil aannemen.

De hedendaagse Kerk lijkt wel bezig om te zoeken hoe ze de mensen kan behagen, in plaats van hoe zij God zouden kunnen behagen.

Wij als christenen zouden er echter op moeten toezien God te behagen en niet de mensenwereld.

God heeft voor de gevallen mensenwereld liefdevol in een wettige bevrijding van de dood voorzien door middel van het loskoopoffer van zijn Zoon Jezus Christus. (Jo 3:16).

Onder het nieuwe verbond, waarvan Christus Jezus de Middelaar is, werd een geestelijke afscheiding teweeggebracht die veel effectiever is dan enige geografische grens; de geestelijke natie van de christelijke gemeente werd daardoor van de rest van de mensenwereld afgescheiden (Jo 17:6, 14-19; 1Pe 2:9-11). Lang voordien had Jehovah geprofeteerd dat hij Sion met kostbare edelstenen en al haar grenzen van „verrukkelijke stenen” zou bouwen, en Jezus citeerde deze profetie, waarbij hij het volgende vers toepaste op degenen die zijn discipelen zouden worden (Jes 54:12, 13; Jo 6:45; vgl. Opb 21:9-11, 18-21). Deze geestelijke grenzen mogen niet geschonden worden, want God waarschuwt dat degenen die ze overschrijden, vernietigd zullen worden. — Vgl. Jes 54:14, 15; 60:18 met 1Kor 3:16, 17.

Omgekeerd moeten degenen die deze geestelijke natie vormen, binnen haar grenzen blijven met inachtneming van de vastgestelde morele grenzen (1Kor 5:9-13; 6:9, 10; 1Th 4:3-6) en de geestelijke grenzen die hen afscheiden van valse aanbidding en wereldlijke stelsels (2Kor 6:14-18; Jak 4:4; Opb 18:4), alsmede de voorschriften aangaande de juiste verhouding tussen christenen en „de superieure [regerings]autoriteiten” (Ro 13:1, 5; 1Pe 2:13-16; Han 4:19, 20; 5:29), tussen man en vrouw (1Kor 7:39; 1Pe 3:1, 7) en op vele andere terreinen van het leven.

Wie erkent dat hij met God verzoend moet worden en Gods voorziening tot verzoening — namelijk het offer van zijn Zoon — aanvaardt, moet vervolgens berouw hebben van zijn zondige handelwijze en zich bekeren, dat wil zeggen zich afkeren van de weg die de zondige mensenwereld gaat. Wie zich op basis van Christus’ losprijs tot God wendt, kan vergeving van zonden verkrijgen en met God verzoend worden, waarop er „tijden van verkwikking . . . komen van de persoon van Jehovah” (Han 3:18, 19) en hij tevens vrede van geest en hart ontvangt (Fil 4:6, 7). Zo iemand is niet langer een vijand op wie Gods gramschap rust, maar is in werkelijkheid „uit de dood tot het leven overgegaan” (Jo 3:16; 5:24). Daarna moet hij Gods goede wil behouden door ’hem aan te roepen in waarachtigheid’ en ’te blijven in het geloof en zich niet af te laten brengen van de hoop van het goede nieuws’. — Ps 145:18; Fil 4:9; Kol 1:22, 23.

Indien men in dat geloof blijft en werkelijk richt op die beloften en op de goddelijke personen, heeft men geen behoefte aan de wereldse zaken om dit nog vreugdevoller te maken. Het gevoel samen in aanwezigheid van Christus te zijn en voor God te kunnen verschijnen moeten het al een evenement maken dat de moeite waard is te beleven. In het vredelievende  samenzijn moeten reeds voldoende gezelligheidselementen zitten om dat samen zijn gezellig en waardevol te maken.

Hoewel het onvermijdelijk is midden in die maatschappij van wereldse mensen te leven, waartoe personen behoren die zich schuldig maken aan brasserijen, veel wijverij, hoererij, afgoderij, afpersing en dergelijke praktijken (1Kor 5:9-13), moeten christenen zich rein en onbevlekt van het verderf en de verontreiniging van die wereld bewaren door er geen vriendschappelijke betrekkingen mee aan te knopen, opdat zij niet met haar veroordeeld worden (1Kor 11:32; Jak 1:27; 4:4; 2Pe 1:4; 2:20; vgl. 1Pe 4:3-6). Zij mogen zich niet laten leiden door wereldse wijsheid, die in Gods ogen dwaasheid is, noch mogen zij de „geest van de wereld”, dat wil zeggen haar zelfzuchtige en zondige aandrijvende kracht, ’inademen’ (1Kor 1:21; 2:12; 3:19; 2Kor 1:12; Tit 2:12; vgl. Jo 14:16, 17; Ef 2:1, 2; 1Jo 2:15-17). Op deze wijze ’overwinnen’ zij net als Gods Zoon door hun geloof „de wereld”, de onrechtvaardige mensenmaatschappij (Jo 16:33; 1Jo 4:4; 5:4, 5). Die onrechtvaardige mensenmaatschappij staat op het punt te verdwijnen, aangezien ze door God vernietigd zal worden (1Jo 2:17), evenals de goddeloze wereld van voor de Vloed is vergaan. — 2Pe 3:6.

In de keuze van muziek en andere elementen om de eredienst op te vrolijken moeten wij zeer hard opletten dat wij voor de juiste vorm kiezen.

In de beleving van ons geloof moeten wij er zorg voor dragen dat wij het geestelijk erfgoed koesteren en dat wij er werkelijk naar streven onze bediening zo rein mogelijk te houden en volgens de wensen van God en niet naar de verlangens van de mensenwereld. god heeft voldoende talenten voorzien en laat ook voldoende variatie mogelijk. Hij is ook zo goed dat Hij ons enorme vrijheid geeft, mar wij moeten wel opletten dat wij Zijn vrijheid niet misbruiken.

Het is de eigen liefde voor God die ons hart kan open stellen naar anderen en naar de juiste beleving van ons geloof. Het kan ons op haar beurt het sterkst bewust maken van onze identiteit en kan de duidelijkste richting aan ons leven geven.

7 thoughts on “Apathie voor het geloof en Vorm van Eredienst

Geef een reactie - Give a reaction

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.