Christus in Profetie #7 De psalmen (1A) Psalm 110 – Afstammeling van zijn Heer

“Toen zei Ik : zie, hier ben Ik, in de boekrol staat van mij geschreven”

Profetieën over Christus in de Psalmen, blijken vooral twee aspecten te beschrijven. Er zijn Psalmen die over het lijden van Jezus gaan, de gebeurtenissen zelf of een beschrijving van zijn gevoelens. En daarnaast zijn er Psalmen die Jezus beschrijven als Koning, als de Zoon van God die namens God regeert. Een voorbeeld van dit laatste zien we in Psalm 110. Aangezien deze Psalm (vooral de verzen 1 en 4) van alle passages in het Oude Testament het meest wordt aangehaald in het Nieuwe, lijkt het redelijk onze studie met deze Psalm te beginnen.

Psalm 110

Het voordeel van zoveel aanhalingen in het NT is dat we een aantalzaken als vaststaand kunnen aannemen, omdat de uitleg van Jezus ofde apostelen daarop is gebaseerd. Allereerst het feit dat de auteur vande Psalm David is, zoals vers 1 inderdaad vermeldt. Alle theologische discussies over de vraag door wie hij geschreven is, kunnen we dus meteen vergeten. Jezus vermeldt het zelfs met nadruk:

“David zelf”.

Verder is het ook duidelijk dat de schriftgeleerden in Jezus’ dagen het er over eens waren dat het onderwerp van deze Psalm de Messias (de Christus) is. En zowel het een als het ander is van belang, want Jezus stelt hen daar een vraag over.

“Hoe kan men beweren dat de Messias een zoon van David is? Want David zelf zegt in het boek van de Psalmen:

‘De Heer sprak tot mijn Heer:

Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik van je vijanden een bank voor je voeten heb gemaakt.’

David noemt hem dus Heer, hoe kan hij dan zijn zoon zijn?” (Luk. 20:41-44).

Op zich was er niets vreemds aan de bewering dat de Messias een zoon (afstammeling) van David zou zijn. Er zijn genoeg andere teksten die dat zonneklaar duidelijk maken, waaronder de beloften van God aan David zelf. Toch had Jezus gelijk met deze vraag te stellen.

Zijn afkomst

In deze Psalm maakt David, geïnspireerd door de Geest, duidelijk dat de Messias niet zomaar een volgende koning uit de lijn van David zou zijn, die het alleen maar wat beter zou doen dan zijn voorgangers, maar dat hij een veel verhevener plaats zou innemen. Helaas twijfelen velen aan de gedachte dat Gods Geest mensen kan inspireren om betrouwbare voorspellingen op te schrijven. Maar het is de leermeester Jezus zelf, die dit zegt over deze verzen:

“Zelf heeft David, geïnspireerd door de heilige Geest, gezegd:

‘De Heer sprak tot mijn Heer’” (Mark. 12:36).

David toont eerbied voor de toekomstige Messias. Hij spreekt over hem als

“mijn Heer”.

In onze vertalingen staat tweemaal het woord Heer, maar in het Hebreeuws van de Psalm is het eerste Gods verbondsnaam (YHWH), die hier als ‘HEER’ wordt weergegeven, terwijl het tweede ‘Heer’ een woord is dat gebruikt wordt voor iemand die over je regeert of waarmee een slaaf zijn meester aanspreekt. In het Grieks van het Nieuwe Testament zien we wel tweemaal hetzelfde woord omdat de Joden, uit eerbied voor God, zijn naam niet wilden uitspreken. Het probleem voor de schriftgeleerden zat in het feit dat in de bijbelse denkwijze degene die later komt altijd minder is dan degene die hem heeft voortgebracht. In een soortgelijk beeld zegt de schrijver aan de Hebreeën dat het priesterschap van Levi minder is dan dat van Melchizedek, want Levi stamt af van Abraham, en is dus minder dan Abraham, terwijl Abraham zelf in Melchizedek zijn meerdere erkende (Hebr. 7). En

“het staat buiten kijf dat de mindere altijd gezegend wordt door de meerdere” (Hebr. 7:7).

Over deze Melchizedek spreekt de Psalm in vers 4 waar we later naar zullen kijken. De vraag van Jezus is hier:

Hoe kan David een van zijn afstammelingen zijn heer noemen?

Het antwoord is voor ons wellicht eenvoudiger dan voor hen, vooral omdat het de schriftgeleerden niet uitkwam om een antwoord te geven. Als zoon van Maria is Jezus duidelijk een afstammeling van David, maar tegelijkertijd is God zijn Vader, en is hij dus Zoon van God, door God zelf verwekt. Daarom bewijst David hem eer.

+

Voorgaande: Christus in Profetie #6 De Knecht in Jesaja (6) Gezalfde voorzegd

Volgende: Christus in Profetie #7 De psalmen (1B) Psalm 110 – Priester aan de Rechterhand van God

10 thoughts on “Christus in Profetie #7 De psalmen (1A) Psalm 110 – Afstammeling van zijn Heer

Geef een reactie - Give a reaction

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.