Echte boodschap van redding niet ver te zoeken

Wat spannende hoofdstukken lezen we in Handelingen van de 5de mei tot en met de 7de (hoofdstukken 14-19)! We zien de totale inzet van Paulus om onder zoveel mogelijk heidenen de echte boodschap van redding te prediken. Dit ondanks de vijandigheid die er heerste tegenover hem en zijn prediking. De meesten kenden hem als hevig vervolger of hadden ernstige verschrikkelijke verhalen gehoord van zijn vroegere reacties tegenover volgelingen van Christus Jezus.

Hij begon meestal door te praten met de Joden en hen uit de Schriften uitleg te verschaffen en bewijzen op tafel te leggen.

“2 Volgens zijn gewoonte ging Paulus naar hen toe, en drie sabbatdagen achtereen disputeerde hij met hen uit de Schriften. 3 Hij zette hun uiteen en bewees: de Christus moest lijden en opstaan uit de doden; en: deze Christus is Jesus, dien ik u verkondig.” (Handelingen 17:2-3 Canis)

Zijn boodschap betrof het onderwijs, het leven en de dood van Jezus; maar de meeste Joden verwierpen dit met gewelddaden. Zij vereerden hun heilige boek, maar begrepen dit echter ernstig verkeerd. Met de jaren waren allerlei filosofieën in hun leerstellingen gekropen. Dit kon men eveneens merken bij diegenen die zich opstelden als volgelingen van Christus maar toch ook andere menselijke leerstellingen opnamen in hun geloof.

Onder christenen zijn sinds de eerste paar eeuwen bij velen de verkeerde beslissing genomen wat te geloven; zoals het naar de hemel gaan wanneer zij sterven – waarbij zij dikwijls ook tevergeefs op zoek gaan naar bewijs terwijl ze alle passages uit de Heilige Schrift die hen iets anders vertellen negeren.

Ook nu als toen waren er gewoonten waaraan mensen zich volstrekt wensten te houden.

Português: Icone neo-Bizantino de São Barnabé
Neo-Bizantijns Icoon met de heilige Barnabas (Foto credit: Wikipedia)

Zo kwamen Paulus en Barnabas ook in Derbe en daarna in Lystra, waar zij met Timotheüs, die bij de christenen van Lystra en Iconium goed bekend stond, kennismaakten. Paulus wilde graag dat deze jongeman met hen meeging op reis. Zijn moeder was een Joods christin en zijn vader een Griek en om de Joden in die streek terwille te zijn, besneed hij Timotheüs, want zij wisten allemaal dat hij niet besneden was, omdat zijn vader een Griek was. Op hun rondreis langs de verschillende steden, lazen zij de christenen de besluiten voor van de apostelen en leiders in Jeruzalem en zeiden er nadrukkelijk bij dat zij zich daaraan moesten houden. Daardoor werden de gemeenten in hun geloof versterkt en kwamen er dagelijks meer mensen bij.

Hun reizen werden duidelijk bepaald door de Heilige Geest die hun zelfs niet had toegestaan naar Asia te gaan en daar over Jezus Christus te spreken. Ook kreeg Paulus visioenen die bepaalden wat hij moest doen en die hij ook opvolgde.

Maar dat enkele mannen uit Judea de christenen van Antiochië kwamen vertellen, dat zij niet gered konden worden, als ze zich niet eerst volgens Joods gebruik lieten besnijden beviel hen niet. Paulus en Barnabas waren het daar helemaal niet mee eens en raakten met hen in een heftige discussie gewikkeld. Hun hevige woordenwisseling kwam ook ter sprake bij de andere christenen en lieten Paulus en Barnabas, met enkele anderen, naar de apostelen en leiders in Jeruzalem oproepen om hun deze kwestie voor te leggen.

Men was wel blij te horen dat ook niet-Joden tot bekering waren gekomen en in Jezus Christus geloofden en toen zij in Jeruzalem kwamen, werden zij door de christengemeente, de apostelen en de leiders, met open armen ontvangen. Paulus en Barnabas vertelden wat God met hen had gedaan. Maar doordat sommigen van de Farizeeërs die christen waren geworden er op stonden dat die mensen die christenen wilden zijn zich moesten laten besnijden en de wetten van Mozes houden, werd er verzocht hier over te debatteren.

Na veel heen en weer gepraat op deze speciaal bijeengeroepen vergadering stond Petrus op om er op te wijzen dat het God was die hem uit hun midden had uitgekozen om het goede nieuws van Jezus Christus aan de andere volken bekend te maken, zodat ook zij in Hem konden geloven. Voor hem was het duidelijk dat God dat heeft bevestigd door hun, net als hen, de Heilige Geest te geven. Elke gelovige moet weten dat God geen verschil maakt tussen mensen. Het is niet bepaald door besnijdenis maar doordat zij in Jezus Christus geloven, dat God hun hart van kwaad heeft gezuiverd.

De apostel Petrus berispt hen ook omdat het is alsof zij beter willen weten dan God, door deze nieuwe christenen een juk op de schouders te leggen dat voor hen en hun voorouders al te zwaar was. Voor hem alsook voor Paulus en Barnabas was het duidelijk geworden dat allen immers op dezelfde wijze gered worden, door de genade van de verlosser Jezus. God had door Paulus en Barnabas geweldige dingen en grote wonderen onder de vreemde volken gedaan.

Petrus vertelde de raad hoe God voor het eerst mensen van een ander volk benaderde om hen tot Zijn volk te maken. Volgens Jakobus, de zoon van Zebedeus merkte op dat dit klopte met wat de profeet Amos had geschreven namens God dat Hij zal terugkeren om het vervallen huis van David te herbouwen. Dat huis van David mag dan al een ruïne geweest zijn nu was er nieuw hoop en goede vooruitzichten voor dat koningshuis. Nu kon de rest van de mensheid Jehovah, de enige Ware God zoeken en vinden en via Jezus de Weg der Waarheid ontdekken en opgaan naar de smalle poort tot het Koninkrijk Gods. Jakobus vond ook dat het God is die alle vreemde volken opeist en dat zij daarom de niet-Joden die God gehoorzamen, niet moesten lastigvallen met de wet van Mozes.

The Sacrifice at Lystra
De bloedoffers te Lystra (Foto credit: Wikipedia)

Zij besloten wel hen aan te schrijven met het verzoek niets te eten van wat aan afgoden geofferd is, geen hoererij zouden plegen; geen vlees zouden eten van dieren die door verstikking zijn gedood en dat zij geen bloed zouden eten of drinken. Deze bepalingen zijn dus ook nog geldig voor vandaag, waardoor een goed christen dus geen bloedproducten zoals bloedpensen zou mogen eten of geen bloedtransfusies zou mogen laten doen.

Sinds jaar en dag zijn er in alle steden mensen, die de wet van Mozes bekendmaken. Elke sabbat wordt de wet in de synagoge voorgelezen. Er werd daarom besloten enkelen uit hun midden met Paulus en Barnabas mee te sturen naar Antiochië, zoals Judas (die ook wel Barsabbas werd genoemd) en Silas om de gemeenten te vertellen wat de Raad van Jeruzalem had besloten. Hierbij valt op dat zij melden dat het de Heilige Geest en zij waren die besloten hen geen verdere verplichtingen op te leggen dan deze noodzakelijke dingen.

Naar zijn gewoonte ging Paulus in Thessalonica, waar een Joodse gemeenschap was, naar hun synagoge en sprak drie sabbatten achtereen met hen over wat er in de Boeken stond. Aan de hand daarvan liet hij hun zien dat de Christus, die zij verwachtten, na veel lijden moest sterven en daarna weer levend zou worden. Hij wenste hen te laten inzien dat de Jezus over wie hij sprak de Christus is. Enkele Joden raakten ervan overtuigd dat Paulus de waarheid sprak en sloten zich bij hem en Silas aan. Dat was ook het geval met een hele groep gelovige Grieken en verscheidene invloedrijke vrouwen uit de stad. Maar de Joodse leiders werden jaloers. Zij haalden een paar leeglopers van de markt, die wel voor een relletje te vinden waren en brachten met hun hulp veel volk op de been. Het duurde niet lang of de hele stad was in rep en roer. Zij gingen naar het huis van Jason om Paulus en Silas te halen en aan de opgezweepte menigte over te leveren. Toen zij hen niet vonden, sleurden zij Jason en enkele andere christenen voor het stadsbestuur. Zij betichtten dat zij beweerden dat een zekere Jezus koning is in plaats van de keizer en aanschouwden hen daarom als vijanden van de staat, waardoor het stadsbestuur en de te hoop gelopen mensen in de war raakten. Jason en de andere christenen moesten eerst een borgsom betalen alvorens te worden vrijgelaten. Zodra het donker was, brachten de christenen Paulus en Silas vlug de stad uit en zeiden dat zij naar Berea moesten gaan. Toen ze daar aankwamen, gingen zij naar de synagoge. De Joden daar waren niet zo bevooroordeeld als die van Thessalonica.

De Bereans luisterden heel aandachtig naar de zendelingen van Christus. Elke dag keken zij in de Boeken na of het waar was wat Paulus beweerde. Het gevolg was dat velen van hen in Jezus Christus gingen geloven. Onder hen waren ook veel invloedrijke Griekse vrouwen en mannen. Maar toen de Joden van Thessalonica hoorden dat Paulus ook in Berea over Jezus Christus sprak, gingen zij erheen om onrust te zaaien. Zij hitsten de hele stad tegen hem op. De christenen aarzelden niet en stuurden Paulus naar de kust. Maar Silas en Timotheüs bleven in de stad achter. De mannen die bij Paulus waren, brachten hem helemaal naar Athene. Toen zij weer teruggingen, kregen ze van hem het bericht mee dat Silas en Timotheüs hem zo vlug mogelijk moesten nareizen.

In Athene ging Paulus midden op de Areopagus staan om de mannen van Athene toe te spreken over hun aanbidding en over hun buitengewone godsdienstigheid. Want terwijl hij in die stad rondliep en de beelden en altaren van hun goden bekeek, zag hij ook een altaar waarop stond:

‘Voor de onbekende god’.

Paulus was verrast te vinden dat zij hem wel vereerden, zonder Hem te kennen. Daarom kwam hij hen over Die Grote God vertellen. De God, boven alle goden, Die de hele wereld heeft gemaakt, de Heer van hemel en aarde, die niet woont in tempels die door mensen zijn gebouwd. Hij liet hen weten dat Die Ene God ook niet door mensen hoeft verzorgd te worden, omdat Hij niets nodig heeft. De mens moet beseffen dat die Ene God ons leven en adem geeft en alles wat wij nodig hebben. Hij heeft alle volken laten voortkomen uit één mens, die door Hem was gemaakt, en verspreidde hen over de aarde. Hij stelde vast hoelang zij zouden leven en binnen welke grenzen zij zouden wonen. Hij bepaalde dat de mensen Hem zouden zoeken, in de hoop dat zij Hem (misschien na veel rondtasten) zouden vinden.

Veel mensen gaan ver om die God te zoeken, nochtans is Die God niet ver bij ons vandaan, want in Hem leven, bewegen en zijn wij. Wij zijn uit Hem voortgekomen. Maar wij moeten niet denken dat wij Hem kunnen uitbeelden in goud, zilver of steen. God is niet te vangen in een kunstwerk of de verbeelding van een mens. Hij heeft de domheid van de mensen een hele tijd geduldig verdragen, maar roept hen nu allemaal op tot een volledige ommekeer. Want Hij heeft een dag vastgesteld, waarop Hij rechtvaardig over de mensheid zal oordelen, door een man die Hij daartoe heeft aangewezen. Om iedereen te garanderen dat Hij Zijn woord zal houden, heeft Hij die man uit de dood laten terugkomen.

“Maar toen ze hoorden van opstanding der doden, spotte de een, en zeide de ander: Daarover zullen we u later wel horen.” (Handelingen 17:32 Canis)

Zó ging Paulus van hen weg, de Atheners achterlatend met hun ongeloof en met hun tijd door te brengen in niets, behalve het vertellen of horen van nieuwtjes (vers 21) en de dingen van de menselijke verbeelding.

Vandaag zijn er veel mensen ook op uit om allerlei nieuwtjes te horen of te zien en vluchtig hun berichtjes op Facebook of andere sociale media door te nemen. Sommigen daarvan hebben wel hier of daar iets gehoord over Jezus, God en gebod maar lachen anderen uit als zij daar over praten en zeker als zij iets anders vertellen dan dat zij er van gehoord hebben in hun kinderjaren. zelfs de vertalers voor de televisiekanalen vertalen vanuit hun kinderjaren kennis zodat wanneer de Paus vorige week over Adam en Eva sprak en over het fruit dat zij aten werd “fruit” vertaald met “appel” omdat de meeste mensen willen geloven dat het een appel was die Eva aan Adam gaf om in te bijten. De waarheid interesseert hen niet, maar aan mythes opbouwen willen zij wel mee doen en voorzeker als deze het christendom in het belachelijke kunnen stellen.

Paulus trof in Achaje de Joden die ook zo te keer gingen tegen Paulus en werd daar voor het gerecht gebracht op beschuldiging de mensen ertoe over te halen om God te vereren op een manier, die in strijd was met de Joodse wet. Net toen Paulus zich wilde verdedigen, nam de gouverneur van de streek, Gallio het woord en zei tegen hen:

“… Ging het over enig onrecht of misdrijf, dan Joden, zou ik volgens recht u geduldig aanhoren.” (Handelingen 18:14 Canis)

Maar de gouverneur kon hier geen misdaad of een zware overtreding vinden, want het ging hier om een kwestie van woorden en namen en hun eigen Joodse wet. Daarom moesten zij het zelf maar uitzoeken en was niet van plan om zich daarmee te bemoeien. Hij joeg hen de rechtszaal uit. Toen grepen zij Sosthenes, de leider van de synagoge en gaven hem voor de ogen van Gallio een pak slaag. Maar Gallio trok zich er niets van aan.

Paulus bleef eerst nog in de stad maar vertrok na enkele dagen naar Syrië met Priscilla en Aquila. In Efeze liet Paulus de anderen achter en ging zelf naar de synagoge. Daar had hij lange gesprekken met de Joden. Die vroegen hem zelfs nog een paar dagen te blijven, maar dat wilde hij niet. Hij nam afscheid van hen met de woorden:

“Als God het wil, kom ik bij u terug.”

Hij verliet Efeze per schip. Na aankomst in Caesarea ging hij naar Jeruzalem en bezocht daar de christengemeente. Daarna reisde hij verder naar Antiochië. Maar ook daar bleef hij niet lang. Al gauw vertrok hij weer naar Galatië en Frygië om de christenen in die streken te bemoedigen.

“24  Intussen was er te Éfese een jood aangekomen, Apollo genaamd; hij was Alexandrijner van geboorte, een welsprekend man, en ervaren in de Schriften. 25 Hij was in de weg des Heren onderwezen, sprak met veel vuur, en leerde nauwkeurig alwat Jesus betrof; toch kende hij alleen de doop van Johannes 26 En met grote vrijmoedigheid trad hij in de synagoge op. Toen Priskilla en Aquila hem hadden gehoord, namen ze hem met zich mee, en zetten hem de weg van God nauwkeuriger uiteen. 27 En toen hij het verlangen te kennen gaf, naar Achaja te gaan, moedigden de broeders hem daartoe aan, en schreven aan de leerlingen, dat ze hem goed zouden ontvangen. Daar aangekomen, was hij door de genade een grote aanwinst voor de gelovigen; 28 want hij weerlegde in het openbaar de Joden met grote kracht, en bewees uit de Schriften, dat Jesus de Christus is.” (Handelingen 18:24-28 Canis)

De Handelingen van de apostelen brengt ons de verslaggeving van de verspreiding van het geloof door mensen die gevoed werden door het doornemen en bediscussiëren van de Heilige Geschriften.

Die teksten moeten ons een voorbeeld zijn en moeten ons de moed geven om hier ook het Woord van God te verkondigen, alhoewel de meerderheid van mensen met ons lacht. Zoals de apostelen een heel goede kennis hadden van de vroegere Geschriften of wat wij nu het Oude Testament noemen, moeten ook wij van die vroegere werken een goede kennis hebben. We voegen grote kracht aan ons begrip en prediking wanneer we een goede kennis krijgen van het Oude Testament. Als wij regelmatig de Geschriften lezen merken we hoe vaak ze worden geciteerd in de apostelen hun prediking en schrijven – als stimulus tot de eerste generatie van gelovigen. We merken hoe vaak passages in Deuteronomium, dat we op dit moment aan het lezen zijn, genoteerd zijn – en hoe Jezus er uit citeerde in het weerleggen van de verleidingen die hem toe kwamen toen de Geest hem in de woestijn leidde.

Vandaag (7 mei) lezen wij ook hoofdstuk 4 van de gezangen van Solomon waar  de bruidegom begint  met te zeggen:

“Wat zijt ge verrukkelijk, mijn liefste: Uw ogen liggen als duiven achter uw sluier, Uw lokken zijn als een kudde geiten, Die neergolft van Gilads gebergte.” (Hooglied 4:1 Canis)

We kunnen de beschrijving van de fysieke schoonheid interpreteren als geldend voor aspecten van het karakter dat Christus zal ‘omhelzen’ wanneer hij terugkeert. De woorden van Paulus aan de Filippenzen zijn zeer geschikt;

“want God is het, die naar zijn welbehagen in u het willen uitwerkt en het handelen.” (Filippenzen 2:13 Canis)

“15 opdat gij onberispelijk moogt zijn en ongerept, vlekkeloze kinderen van God temidden van een krom en verdraaid geslacht, waaronder gij schittert als sterren in het heelal. 16 Houdt vast aan het woord des levens, opdat ik op de Dag van Christus kan roemen, dat ik niet tevergeefs heb gelopen of tevergeefs heb gezwoegd.” (Filippenzen 2:15-16 Canis)

Wenst u God in u te laten werken? Bent u bereid om verder te grasduinen in het Woord van God, en dat boven het woord van mensen te stellen? Wenst u het Woord van God in u te laten werken zodat het u verder kan toerusten met de noodzakelijkheden voor dit leven?

Indien u wil behoren tot diegenen die deel gaan uitmaken van het koninkrijk van God is het aan u om de Heilige Schrift te onderzoeken. God heeft het ter beschikking gesteld zodat diegenen die bereid zijn om Hem te zoeken Hem ook zullen kunnen vinden. Zij zullen zich ook kunnen toerusten om onberispelijk en onschuldige kinderen van God te worden en zonder smet in het midden van een krom en verdraaid geslacht te leven, waaronder zij zullen kunnen schijnen als lichten … naar het woord van het leven.

Vent u op zoek of hebt u al diegene gevonden die het hart kent

Hoe wil u vasthouden aan het Woord van Leven? In welke mate bent u een schijnend licht en in welke mate houdt u vast? Wat vertoont u door de Schriften?
+

Voorgaand:

Leren kennen van Hem die het hart kent

Een vergadering omtrent aan te houden gedrag en te houden handelingen

Kuddedier doet liever wat het niet mag

English readers may find about the same subject some notes or thoughts in:

Genuine message of salvation

Showing by the scriptures that …

++

Aanvullende lectuur:

  1. Gods vergeten Woord 1 Inleiding
  2. Mondelinge of schriftelijke overlevering en aantal auteurs
  3. Woorden in de Bijbel Vinden en Begrijpen
  4. Missionaire hermeneutiek 2/5
  5. Positie en macht
  6. Hellenistische invloeden
  7. Minimaliseren van Gods Kracht de Heilige Geest
  8. Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen #4 Volgelingen van Jezus
  9. Bloedvrije operaties
  10. Marx, het Volk, Religie, Christendom en verwrongen ideeën
  11. Joodse Wetten en Wetten voor Christenen
  12. Fragiliteit en actie #8 Eerste Wetsvoorziening

+++

34 thoughts on “Echte boodschap van redding niet ver te zoeken

Geef een reactie - Give a reaction

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.