Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #1 Schepper en Zijn profeten

Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God

Het spreken en tot ontstaan brengen

Bij het begin van het heelal liet de „Ik Ben die ben“ Zijn Stem over alles komen, zodat het tot stand kwam.

1 in het begin schiep Elohim de hemel en de aarde. 2 en de aarde kwam tot stand {of: de aarde werd} vormloos en leeg, en de duisternis was op het gezicht van het diepe. En de Geest van Elohim bewoog zich over het gezicht van de wateren. 3 En Elohim zei, „laat licht komen te zijn,“ en licht kwam te zijn.(Genesis of Ontstaan 1:1-3 De Geschriften 1998+)

De Schepper van alles zei telkens als dat het moest komen te zijn en het werd. Over wat Zijn Adem kwam gaf Hij ook een naam. Elohim noemde het lichte ‘dag’  en de duisternis noemde Hij ‘nacht’ . Hij noemde het uitspansel of de uitgestrektheid`hemel’. Elohim noemde het droge land `aarde’, en de inzameling van de wateren vernoemde Hij ‘zee’. Hij kwam spoedig met Zijn stem zegeningen geven over de gehele aarde.

11 En Elohim zei, „laat de aarde gras voortbrengen, planten die zaad opbrengen, en de fruitboom die fruit volgens zijn soort opbrengt, waarvan het zaad op zichzelf is {zelfzaaddragende plantengroei}, op de aarde.“ En vervolgens kwam het zo te zijn {werd het zo/ En zo geschiede/ Aldus gebeurde het}. 12 En de aarde bracht gras voort, de plant waaruit zaad volgens zijn soort voortkwam, en de boom die fruit opbrengt, waarvan zaad op zichzelf is volgens zijn soort. En Elohim zag dat het goed was. (Genesis – Ontstaan 1:11-12 De Geschriften 1998+)

20 En Elohim zei, „laat de wateren samenkomen met scholen van levende schepselen, en laat vogels vliegen boven de aarde op het gezicht van de uitgestrektheid van de hemel {in het open firmament van de hemel/langs het vlak van het hemeluitspansel}.“ 21 En Elohim schiep grote zee schepselen en elk levend schepsel dat zich beweegt, met wat krioelde in de wateren, volgens hun soort, en elke gevleugelde vogel volgens zijn soort. 22 En Elohim zag dat het goed was. En Elohim zegende hen, zeggende, „draag fruit en vermeerder, en vul de wateren in de zeeën, en laat de vogels vermeerderen {vermenigvuldigen} op de aarde.“ 23 En daar kwam de avond en er kwam ochtend, de vijfde dag.{En het werd avond en het werd ochtend, de vijfde dag.} (Genesis – Ontstaan 1:20-23 De Geschriften 1998+)

Een stem roepende in de Tuin

De dingen die in bestaan kwamen door de Stem van God stelden hem tevreden. Hij bekeek altijd wat er tot ontstaan kwam en zag dat het goed was. Zo besliste de God mensen te maken; welke als Hem zouden Zijn en op Hem zouden lijken, wat niet betekent dat zij dezelfde als Hem zouden worden. Adam, Eva, Mozes, Joshua, Samuel, Jeremia, Jesaja, Jezus, waren allen gemaakt in het beeld van die Éne en slechts Één God. Zij ontvingen macht over de vissen, de vogels, en alle dieren, huisdieren en wild, groot en klein. Het mannetje en het wijfje, man en vrouw, werden gecreëerd en werden gezegend. Aan die eerste menselijke wezens gaf God de opdracht  om vele kinderen te hebben, zodat hun nakomelingen helemaal verspreid over de aarde zouden komen te leven en deze onder hun controle zouden brengen. Het was de Schepper God welke die menselijke schepselen verantwoordelijk stelde voor de aarde, vissen, vogels, en alle wilde dieren. Van bij het begin verstrekte de Elohim God ook allerlei granen en allerlei fruit voor hen om te eten.

25 En Elohim maakte het dier van de aarde volgens zijn soort, vee volgens zijn soort, en al dat kruipt op de aarde volgens zijn soort. En Elohim zag dat het goed was. 26 En Elohim zei, „laat ons in Ons beeld {naar onze beeltenis} de mens maken, volgens Onze gelijkenis, en laat hen heersen over de vissen van de zee, en over de vogels van de hemel, en over het vee, en over geheel aarde en over alle de kruipende schepselen die op de aarde kruipen.“ 27 En Elohim schiep {ontwierp} de man naar Zijn beeld, in het beeld van Elohim creëerde hij hem – mannetje en wijfje {als man en vrouw creëerde Hij hen}. 28 En Elohim zegende hen, en Elohim zei aan hen, „draag vrucht en vermeerder, en vul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, en over de vogels van de hemel, en over alle schepselen die zich op de aarde bewegen.“ 29 En Elohim zei, „Ziet, Ik heb u elke plant gegeven die zaad op zich voortbrengt op het gezicht van de gehele aarde, en elke boom waarvan het fruit zaad opbrengt, aan u is het voor voedsel. {Ik heb u alle zaaddragende plantengroei die op de gehele aarde is gegeven, en elke boom waar zaaddragende vrucht aan zit, het is voor u tot voedsel/voeding.} (Genesis – Ontstaan 1:25 – 29 De Geschriften 1998+)

Adam en Eva hoorden de Stem van God Jehovah die in de tuin in de koelte van de dag liep. In het begin leek het alsof de Stem van God zacht was en verzorgend, al goedheid creërend. Maar na het verkeerd gaan door Adam en Eva, in de Tuin van Eden, toen Adam en zijn vrouw zich van de aanwezigheid van God Jehovah in het midden van de bomen van de tuin verborgen (Genesis 3:8), meer dan eens moest de God Zijn Stem als donder laten zijn.

“יהוה {Jehovah} donderde van uit de hemelen, En de Allerhoogste zond Zijn Stem vooruit. {En de Allerhoogste liet Zijn Stem weerklinken}. (2 Samuel 22:14 De Geschriften 1998+)

2 Luister, luister naar het beven van Zijn stem, en het geluid dat uit Zijn mond komt. 3 Hij laat het los onder alle hemelen, en Zijn bliksem tot aan de einden van de aarde. 4 Daarna brult een stem. Hij dondert met de stem van Zijn excellentie, en Hij houdt ze niet achter wanneer Zijn stem wordt gehoord. {en Hij houdt ze niet terug, wanneer Zijn Stem wordt gehoord.} 5 Ěl dondert wonderbaarlijk met Zijn stem; grote akten doende {grote daden verwezenlijkend}, die wij niet begrijpen. { Ěl op wonderlijke wijze donderend met Zijn Stem verricht grote dingen die wij niet begrijpen.} 6 Want hij zegt aan de sneeuw, “Wees op de aarde”, ook aan de zachte regen en de zware regen van in haar sterkte van Hem. 7 Hij verzegelt de hand van elke mens, voor alle mensen om Zijn werk te kennen. {Hij legt een zegel op elke mens zijn hand, opdat elke mens Zijn werk zou kennen.} (Job 37:2-7 De Geschriften 1998+)

Profeten die de Stem horen

File:Giusto de' menabuoi, adamo ed eva, 1376-78, battistero di Padova.jpg
De Cherub of cherubijn Michaël de Aartsengel die de poort van de Tuin van Eden bewaakt en Adam en Eva niet meer binnen laat.- Giusto de’ Menabuoi ca. 1377.

Vele profeten hoorden de Stem van God, wat, zoals bij Ezechiël klonk als geluid van vleugels, zoals het geluid van het gebulder of gedender van water en schreven neer wat de stem van de Almachtige dicteerde aan hen. Glorie van God nam boven cherubs toe en vulde het Huis van God (de tempel) met de schittering van de glorie van de Schepper. Het geluid van de vleugels van cherubim, herinnerend aan de stem van de Soevereine God wanneer Hij spreekt, zover als het buitenhof van de tempel kon worden gehoord.

4 en de achting van יהוה {Jehovah} ging van keruḇ, over de drempel van het Huis uit. En het Huis werd gevuld met de wolk, en het hof werd gevuld met de helderheid van de achting van יהוה {Jehovah}. 5 En het geluid van de vleugels van de keruḇim werd gehoord in het buitenhof, zoals de stem van Ěl Shaddai wanneer Hij spreekt. (Ezechiël 10:4-5 De Geschriften 1998+)

En zie, de achting van de Elohim van Yisra’ ĕl kwam uit de weg van het oosten. En Zijn stem was als het geluid van vele wateren, en de aarde glansde van Zijn achting. En Zijn stem was als het geluid van vele wateren, en de aarde glansde van Zijn achting. (Ezechiël 43:2 De Geschriften 1998+)

+

Vorig hoofdstuk: Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #2 Aanroepen van de Naam van God

Engelse versie: Trusting, Faith, calling and Ascribing to Jehovah #3 Voice of God #1 Creator and His prophets

Vervolg: Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God Instructies en Wetten

++

Vindt ook:

  1. Ik ben die ben Ehyeh-Asher-Ehyeh אהיה אשר אהיה
  2. יהוה Schepper van hemel en aarde en alles er op en eraan
  3. De Wereld tot stand gekomen door het Woord van God
  4. Bestemming van de aarde
  5. Wat is Gods doel met de aarde
  6. Begin van leven op aard: schepping of evolutie
  7. Schepping geschenk van God
  8. Elk schepsel is een goddelijk woord omdat het God verkondigd

+++

Ook mogelijk interessante lectuur:

  1. Bij aanvang van het burgerlijk jaar gaat de schrijver van In the beginning terug naar de aanvang der tijden.
    +
    It is a time of new beginnings: in the secular world a new year has begun, in the academic world a new semester has begun, and in my world a new class in Old Testament survey has begun. So we begin with the beginning, in this case a meditation on the beginning, with some contemporary sidetracks in and some personal reflections that go well beyond survey classes.
    +
    only God created and that there is only One who is God, whatever agents or means that God may have used. 
    +
    And so, if in the beginning God created, and if in the beginning human beings attempted to take over God’s role and throw off their dependence, then in the beginning (or at least as the story of the  beginning plays out) came alienation and violence. That is content of the rest of the “prehistory” of Genesis
  2. De Stem van God kwam over het oneindige door de Wijsheid van God. In God’s Wisdom in Creation bespreekt de onderzoeker van de Spreuken de opzettelijkheid van de creatie uit Gods wijsheid die enkel maar hoefde te Spreken en alles kwam tot ontstaan.
    +
    God’s creation of everything, including you, was not accidental. God thought creating you was a good idea, not a bad one.
  3. Door Gods stem konden dingen tot ontstaan komen en verandert worden. De Ontstaansgeschiedenis leidde tot de Wet of Thora.  De Schrijfster denkt dat God uit rauw materiaal creëerde, ook al denken velen dat Hij dat “creation ex nihilo” uit het niets deed. Zij vergeet echter dat het Boek Genesis in die eerste verzen aanvangt met de schepping van hemel en aarde uit de vormloosheid en woestenij. ““1  In het begin schiep God hemel en aarde. 2 Maar de aarde was nog ongeordend en leeg, over de wereldzee heerste duisternis, en Gods Geest zweefde over de wateren.” (Genesis 1:1-2 CANIS)” In the Beginning… brengt een verslag uit over die ruwe materialen waar God mee te werk ging.
    +
    They were the raw materials God started with.  I don’t think that made the Creation any less remarkable, because creation is not just about building something. It’s being able to envision something new out what’s already there; that’s real creativity.
    +
    De auteur die  houdt van het ingrijpende verhaal, de grote universele thema’s, de poëzie en beelden van Bereshit (Genesis) merkt op dat het verhaal ook over personen en hun gezinnen gaat, met een hint van tribale gemeenschap” aan het einde met alle Jakobs zonen. Zij brengt in Bo: Come, eat…if you can. aan dat het een geboorte moment is, compleet met schreeuwen (de Egyptenaren schreeuwen op de 10e plaag, de dood van de eerstgeborene in het land) en bloed (slachten van het lam in elk huishouden en markering ruimte met bloed op de deurposten).  Maar het laat haar ook niet los dat dit verhaal ook één van vele vragen is, die misschien ook wel door יהוה  God zijn geschapen: Bereshit: In the beginning God created questions
    +
    En daar is dan natuurlijk die onvermijdelijke verbondenheid met  tzelem  het Beeld en de d’mut of  Gelijkenis. Bereshit : Image and Likeness
    +
    “Tzelem (image) tells us we each have the Divine holiness, we’re all walking around with that God-spark of creation.  But now we spend the rest of our lives chasing that d’mut, that likness….we have to learn to act like God.  Our actions are determined by our choices. We may start from a divine-image beginning, but it’s up to us to infuse our actions with divine-likeness. “
    +
    Be’shallach: Toggling between two pillars
  4. Wat lacykitkat zijn of haar hart beïnvloed toen hij of zij het scheppingsverhaal las was de realiteit dat al deze spectaculaire bepaling van God een geschenk zijn van Hem aan ons. Het is gratis, diep maar prachtig eenvoudig, bevredigend, altijd vers, altijd nieuw, en intrigerend divers. Het stimuleert zijn of haar emoties, triggers de nieuwsgierigheid, en doet iets goeds diep van binnen. De auteur van The Best Things in Life Really are Free ziet naar al de rommel die de mensen maken en op de schroothoop belandt terwijl er die prachtige dingen zijn rondom ons welke gratis zijn, en dan is hij of zij het eens met God toen Hij zei dat het “goed is.” Het is echt goed!
    +
    “So, bravo for God, who once more outstrips all the best efforts of any competitor and provides something to take me beyond my tiny, usually disappointing world. And to think that He made us with the capacity to appreciate and enjoy all that He has made! How dull it would be if He had made this greatest show on earth and not wired us with the equipment to be enraptured by it all.”
  5. Men kan zich natuurlijk afvragen wie men als bron wil hebben. Yshatar kijkt naar een steeds evoluerende God in My Take On God
    +
    “So whether we worship Buddha, Krishna, Christ, whatever, God is in all things, there is no God above the other if all point back to the same God, if one God created all there is then all there is, is God. I believe God, the great God created us lesser Gods, we are all manifestations of Gods love, sparks of this creative energy that willed itself in to being.
  6. Intellectual pitfalls
    Genesis informs us that when God completed creation, He saw that “it was very good.” Surprisingly enough, these luminous words can easily be misread or misinterpreted.
    God is  clearly telling us that every single being to which He has freely granted “to be” is not only benefiting from the nobility of existence, but moreover  that all these beings not only  “are” but moreover have qualities  and perfections which, according to a huge scale, reflect God’s infinite beauty.
    +
    The greatness of God’s creation teaches us one of the most fundamental metaphysical laws: exemplarism.
    +
    whatever God brought into existence was ontologically “good,” being a reflection of its Creator. But obviously “good” does not refer to moral qualities. These can only be found in persons having free will. It makes no sense to refer to the “generosity” of mountains, or the humility of a blade of grass.
    +
    To use Dietrich von Hildebrand’s terminology, all existing beings created by God have ontological value. This is true even though the scale between a human person and a blade of grass is huge indeed.
    All ontological values call for our respect. Moreover, one either possesses this value or one does not. One cannot be “more or less” a person and “more or less” an elephant: either one is one or one is not one.
  7. Gods woorden vertellen ons wat Hij kan maar ook wat wij kunnen. Zoals uit volgende berichten in deze reeks zal blijken hangen wij af van dat Woord van God maar kunnen wij ook in wederwoord gaan met Hem. “We now rely on communication from God that is mediated by Scripture” schrijft Too Low, Too Human, Too Safe
  8. He may found a kingdom and empire which shall be literally ‘universal’
    The purpose of God in creating the world, and in bringing it to its present political constitution, by checking the full manifestation of the evil that exists, is that He may found a kingdom and empire which shall be literally ‘universal’ (Dan. 2:44; 7:14), and under the government of which all nations may be blessed (Gen. 7:3; Psa. 62:11).

 

42 thoughts on “Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #3 Stem van God #1 Schepper en Zijn profeten

Geef een reactie - Give a reaction

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.