Prijs en zeg dank tot God de Allerhoogste

°

Ik wil [u] prijzen, o Jehovah, met heel mijn hart;
Ik wil al uw wonderwerken bekendmaken.
Ik wil mij verheugen en uitbundige vreugde hebben in u,
Ik wil uw naam, o Allerhoogste, bezingen met melodieën.
(Psalm 9:1-2)

“alle volken – hun schepper zijt Gij – zullen opgaan, Heer, U aanbidden; zij geven uw naam de eer:” (Psalmen 86:9 WV78)

 “Van nieuwe maan tot nieuwe maan, van sabbat tot sabbat, komt al wat leeft zich voor Mij neerbuigen, spreekt Jahwe.” (Jesaja 66:23 WV78)

 “(22:8) Die mij zien treffen mij met hun hoon, grijnzen smadelijk, schudden het hoofd:” (Psalmen 22:7 WV78)

 “1  Voor de koorleider. Een lied. Een psalm. Steekt Gods loftrompet alom op aarde, 2 zingt tot eer van zijn naam majesteitelijk, doet statig stijgen zijn loflied. 3 Zingt God toe: ‘hoe geducht zijn uw werken! Uw almacht dwingt uw bestrijders U nederig hulde te brengen. 4 U zal alles op aarde aanbidden, zingen U, zingen uw naam ter eer.’” (Psalmen 66:1-4 WV78)

 “Looft de Heer, alle gij volken, roemt Hem, alom ter wereld:” (Psalmen 117:1 WV78)

 “En alle overlevenden van al de volken die tegen Jeruzalem waren opgetrokken zullen dan ieder jaar opgaan om zich neer te buigen voor de koning, Jahwe van de machten, en om het loofhuttenfeest te vieren.” (Zacharia 14:16 WV78)

 “(48:11) hoe reikt uw lof, God, als uw naam tot de verste grenzen der aarde. De gerechtigheid rust in uw hand.” (Psalmen 48:10 WV78)

 “En de zevende engel stak de trompet. En in de hemel klonken luide stemmen, die riepen: ‘Nu is de heerschappij over de wereld gekomen aan onze Heer en zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen in de eeuwen der eeuwen.’” (Openbaring 11:15 WV78)

“1  Voor de koorleider. Een psalm van David. Een lied. (65:2) U gewijd zij stilte en lofzang, o God, die woont op de Sion; ingelost de gelofte aan U. 2 (65:3) O hoorder van het gebed, voor u moet de sterveling treden:” (Psalmen 65:1-2 WV78)

 “(65:14) Overdekt zijn de velden met schapen, en de dalen dragen het graan. Waar de vreugderoep is tot elkaar en het zingen.” (Psalmen 65:13 WV78)

 “13 De beker des heils wil ik heffen, aanroepen de naam van de Heer, 14 de Heer mijn geloften inlossen ten overstaan van heel zijn volk. 15 De Heer ziet het niet als gering, het sterven van zijn getrouwen. – 16 O, Heer, uw knecht mag ik zijn, uw knecht ben ik, zoon van uw dienstmaagd: want Gij hebt mijn boeien ontsloten. 17 Mijn dankoffer wil ik U brengen, aanroepen de naam van de Heer, 18 inlossen de Heer mijn geloften ten overstaan van heel zijn volk: 19 in zijn voorhoven, in het huis van Jahwe: waar uw hart is, Jeruzalem. Godlof!” (Psalmen 116:13-19 WV78)

 “(21:14) Verhef U, Jahwe, in uw kracht en wij zingen bij harpspel het lied uw sterkte ter ere.” (Psalmen 21:13 WV78)

 “1  Niet om ons, Heer, niet om ons: laat het wezen tot eer van uw naam, om uw goedheid en om uw trouw. 2 Waarom mogen de heidenen dat zeggen: ‘waar houdt zich die God van hen op?’” (Psalmen 115:1-2 WV78)

 “O Heer, Gij mijn erve, mijn beker, Gij handhaaft mijn erfgoed voor mij.” (Psalmen 16:5 WV78)

 “(80:19) en nooit dwalen wij meer van U af. Doe ons leven – aanroepen uw naam.” (Psalmen 80:18 WV78)

 “Looft de Heer, roept aan zijn naam, onder de volken verkondigt zijn daden;” (Psalmen 105:1 WV78)

 “Zingt God toe: ‘hoe geducht zijn uw werken! Uw almacht dwingt uw bestrijders U nederig hulde te brengen.” (Psalmen 66:3 WV78)

 “De lof Gods is mij op de lippen: moge alles wat leeft zegenen zijn heilige naam. Immer, voor eeuwig.” (Psalmen 145:21 WV78)

 “(65:6) Ontzagwekkend, gerechtigheid zelf, komt uw woord tot ons, God die ons redde, toeverlaat – tot de einden der aarde, tot de verste grenzen der zee.” (Psalmen 65:5 WV78)

“1  Godlof! Loof, mijn ziel, de Heer! 2 Een loflied voor de Heer, heel mijn leven, een psalm, tot het laatst voor mijn God.” (Psalmen 146:1-2 WV78)

 “5  Gelukkig wien Jakobs God bijstaat, wiens hoop op de Heer is, zijn God; 6 die geschapen heeft hemel en aarde, de zee en al wat daarin is, die tot in eeuwigheid trouw houdt.” (Psalmen 146:5-6 WV78)

 “8 de Heer, die de blinden weer zien doet, de Heer die opricht de gekromden, de Heer heeft de rechtvaardigen lief; 9 de Heer waakt over de vreemdeling en houdt staande weduwe en wees. Maar de wandel der bozen verstoort Hij.” (Psalmen 146:8-9 WV78)

 “1  Godlof! Een psalm voor onze God: dat is vreugde, dat is feest: wel voegt ons een loflied – 2 voor de Heer, die Jeruzalem herbouwt, de verdrevenen Israels bijeenbrengt; 3 die geneest de gebrokenen van hart, die wil verbinden hun wonden.” (Psalmen 147:1-3 WV78)

 “11 die Hem vrezen behagen de Heer, die op zijn goedgunstigheid hopen. 12  Roem, Jeruzalem, de Heer, prijs, o Sion, uw God: 13 Hij versterkt de sluitbalk uwer poorten, zegent in uw midden uw zonen. 14 Hij die vrede schept in uw gebied, u verzadigt met kostelijke tarwe; 15 die zijn aanzegging zendt naar de aarde, – hoe haastig rept zich zijn woord -” (Psalmen 147:11-15 WV78)

 “1  Godlof! Looft de Heer vanuit het hemelgewelf, looft Hem, gij in den hoge; 2 looft Hem, koor van zijn engelen, looft Hem, koor zijner hemelse scharen. 3 Looft Hem, zon en maan, looft Hem, heir van lichtende sterren; 4 looft Hem, hemel der hemelen, en gij water omwelvend de hemelen. 5 Alles love de naam van de Heer: Hij gebood en het al was geschapen, 6 dat Hij grondde voor altijd en eeuwig, met een maatgang, niet te verbreken. 7  Looft de Heer, gij hier op de aarde: zeegedrochten in uw baaierd van water,” (Psalmen 148:1-7 WV78)

“1  Godlof! Zingt voor de Heer een nieuw lied, zingt zijn lof in de drom der getrouwen! 2 Viere Israel met vreugde zijn schepper, Sions zonen met jubel hun koning; 3 love alles zijn naam: door een reidans, door bij cither en bij tamboerijn de psalm te doen horen voor Hem. 4 Want de Heer schept behagen in zijn volk en de nederigen kroont Hij met zege. 5 Zijn getrouwen jubelen hun glorie, roemen Hem waar zij zijn gelegerd, 6  met de lofprijzing Gods op de lippen. In hun hand is het tweesnijdend zwaard:” (Psalmen 149:1-6 WV78)

“1  Godlof! Looft God in zijn heilig domein, looft Hem in zijn groots firmament, 2 looft Hem om zijn daden van macht, looft Hem krachtens zijn mateloze grootheid. 3 Looft Hem met de stoot op de ramshoorn, looft Hem met harp en met cither, 4 looft Hem met handtrom en reidans, looft Hem met snaren en fluit. 5 Looft Hem met slaande cymbalen, looft Hem met klinkende cimbels. 6 Alles wat adem heeft love de Heer! Godlof!” (Psalmen 150:1-6 WV78)

*


Engelse versie / English version: Praise and give thanks to God the Most Highest

+

Lees ook:

  1. Aanbidden, Aanbidding, Eredienst en Gebed
  2. Eigen godsbeelden scheppen
  3. Schoonheid van heiligheid
  4. Aanbiddingsmuziek en opzweping in kerken
  5. Vrees hebben voor de juiste persoon
  6. God zal mijn schoenen niet binden zonder mij
  7. God mijn schutting, mijn hoop voor de toekomst
  8. Bewijs de Heer die hem toekomt
  9. Het gevaar van psalmen

+++

2015 update of related articles:

49 thoughts on “Prijs en zeg dank tot God de Allerhoogste

Leave a reply to Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #18 Volbrenging | Free Christadelphians: Belgian Ecclesia Brussel - Leuven Cancel reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.